Burkert 6014 - Plunjer Magneetventiel

Burkert Type 6014 - Plunjerafsluiter

Burkert 3/2 weg magneetventiel met plunjer (Type 6014)

Figuur 1: Burkert 3/2 weg magneetventiel met plunjer (Type 6014)

De Burkert klep van het type 6014 is een direct werkende plunjerklep. De plunjergeleidebuis en de stop zijn aan elkaar gelast; dit verhoogt de drukbestendigheid van de klep en zorgt voor een lekvrije structuur. Er zijn verschillende combinaties van afdichtingsmateriaal beschikbaar voor meerdere toepassingen. De belangrijkste kenmerken van de klep zijn de volgende:

  • De klep heeft een compact ontwerp met diameters tot DN 2,5.
  • De klep is uitgerust met een gebout spoelsysteem (waarmee een spoel stevig aan een klep wordt bevestigd, zodat deze stabiel blijft en beschermd is tegen mogelijke schade door trillingen).
  • De banjodraadaansluiting maakt rechtstreekse montage op pneumatische ventielen mogelijk. Een banjo-schroefdraadverbinding is een vloeistoffitting die bestaat uit een holle bout met een gat door de zijkant en een speciale holle moer, waardoor vloeistof door de fitting kan stromen wanneer deze wordt aangesloten op een ander onderdeel. De holle bout lijkt op een banjo, waaraan de verbinding zijn naam dankt.
  • Er zijn explosieveilige versies verkrijgbaar.
  • De kleppen kunnen efficiënt op een spruitstuk worden geplaatst om ruimte te besparen, wat resulteert in een compact ontwerp.
  • Energiebesparend ontwerp met 'kick and drop'-spoelen voor lager stroomverbruik tijdens gebruik. De 'kick coil' initieert de beweging van de klep met een energiestoot, maar verbruikt minder stroom tijdens continue werking. De 'druppelspoel' heeft minder energie nodig om de positie van de plunjer te handhaven na de initiële beweging, waardoor minder stroom wordt verbruikt.

Is het Burkert type 6014 ventiel de juiste keuze?

De klep kan de juiste keuze zijn voor een toepassing als:

  • De klep wordt gebruikt in omgevingen met explosiegevaar
  • Het is cruciaal om het stroomverbruik tijdens de werking van de klep te verminderen
  • De toepassing omvat krappe ruimtes en hoge drukken

Algemene technische gegevens

Materialen

  • Afdichting: FKM (EPDM kan op verzoek worden ontworpen)
  • Spoel: Polyamide (Epoxy kan op verzoek worden ontworpen)
  • Behuizing: Roestvrij staal 1.4305/303 of messing
  • Nominal diameter: DN 1.5-DN 2.5
  • Circuitfunctie: C, D en T (later besproken)

Prestatiegegevens

De bedrijfscyclus is de verhouding tussen de tijd dat de klep van stroom kan worden voorzien (ingeschakeld) en de totale tijd dat hij continu kan werken zonder oververhitting. De klepsamenstelling kan continu op 100% bedrijfscyclus werken zonder tijdsbeperkingen. Intermitterende werking mag echter niet meer dan 60% van een periode van 30 minuten onder spanning staan. Daarnaast kan er een optie zijn voor een 5-watt spoel als dat nodig is voor specifieke toepassingen.

Bedrijfsmedium

De klep is compatibel met neutrale gassen en andere vloeistoffen zoals stadsgas, perslucht, aardgas, hydraulische olie, water en benzine. Het is ook geschikt voor gebruik in technische vacuümtoepassingen.

Verbinding en communicatie

  • Poortverbindingen:
    • G ⅛ en G ¼
    • NPT ⅛ en NPT ¼
    • Sub-basis, SFB (een component die een montagevlak en stromingstrajecten voor klepcomponenten biedt, waardoor vloeistof- of gasregeling binnen het systeem mogelijk wordt)
  • Elektrische aansluiting: DIN EN 175 301-803 vorm A voor kabelstekker Type 2518

Goedkeuringen en certificeringen

De klep heeft ATEX- en IECEx-goedkeuringen voor veiligheid in potentieel explosieve omgevingen.

Circuitfuncties

Circuitfunctie C (CF C)

Circuitfunctie C

Figuur 2: Circuitfunctie C

De klep werkt als een 3/2-weg normaal gesloten direct werkende magneetklep.

Circuitfunctie D (CF D)

Circuitfunctie D

Figuur 3: Circuitfunctie D

De klep werkt als een 3/2-weg normaal open direct werkende magneetklep.

Circuitfunctie T (CF T)

Circuitfunctie T

Figuur 4: Circuitfunctie T

De klep is een 3/2-weg direct werkende magneetklep (normaal gesloten) met een optionele doorstroomrichting. Het interne ontwerp van de klep maakt vloeistofstroming in beide richtingen mogelijk en de installateur kan tijdens de installatie de gewenste oriëntatie kiezen om de gewenste functionaliteit te bereiken.

Elektrische gegevens

De klep is ontworpen om te werken met een voeding van 24 volt gelijkstroom (24 V DC). Om de veiligheid te garanderen, wordt de klep gebruikt met een intrinsiekveilig apparaat dat als beschermende tussenpersoon fungeert tussen de 24 V DC voeding en de klep.

Tabel 1: Functiewaarden bij verschillende temperaturen

Functiewaarden voor ventiel At 20 𐩑C (68 𐩑F) At 55 𐩑C (131 𐩑F)
Minimale schakelstroom 30 mA 30 mA
Nominale weerstand spoel 310 ohm 360 ohm
Minimale aansluitspanning 9.3 V 10.8 V

Tabel 2: Maximaal toegestane waarden voor het ventiel

Ui (ingangsspanning) 28 V
Ii (ingangsstroom) 120 mA
Pi (ingangsvermogen) 1.1 W

Omgevingstemperatuur

140 𐩑F bij T6
167 𐩑F bij T5

Installatie (bedrading)

Er zijn drie klepterminals. Klemmen 1 en 2 zijn verbonden met de voeding en klem 3 fungeert als aarde. Het label op de spoel geeft de polariteit van de spoel aan (stroomrichting bij bekrachtiging).

  • - schakelaar op ON +: Wanneer de schakelaar wordt ingeschakeld, wordt de spoel bekrachtigd, waardoor een magnetisch veld ontstaat. In deze toestand moet de positieve draad worden aangesloten op klem 2 en de negatieve draad op klem 1 van de klep. Hierdoor wordt de klep geactiveerd, waardoor vloeistof van de ene poort naar de andere kan stromen.
  • + switch OFF - : De spoel wordt spanningsloos als de schakelaar wordt uitgeschakeld. In deze toestand moet de positieve draad worden aangesloten op aansluitklem 1 en de negatieve draad moet worden aangesloten op aansluitklem 2 van de klep. Hierdoor wordt de klep gedeactiveerd, waardoor de stroom stopt of door een andere poort kan stromen.
Klepaansluitingen 1, 2 en 3 (poort voor beschermende geleider)

Figuur 5: Klepaansluitingen 1, 2 en 3 (poort voor beschermende geleider)