Installatie Van Een Condensaataftap

Installatie Van Een Condensaataftap

Afbeelding 1: Condensaataftapklep installeren

Figuur 1: Installatie condensafvoerklep

Een condensaataftapkraan wordt gebruikt om condensaat af te tappen uit procesleidingen of opslagtanks. Ze helpen bij de toevoer van schone en droge perslucht naar het systeem. Daarom moet de installatie ervan zeer belangrijk zijn. Dezelfde principes gelden voor elektronische en timer condensaataftapkleppen.

Kortom, een condensafvoer verzamelt het condensaat dat door de afvoerleiding naar de afvoerbak stroomt. Bij elektronische condensaatafvoer detecteert een sensor het condensaatniveau en geeft een signaal af aan de elektronische regeling zodra het niveau boven het ingestelde niveau komt. De klep wordt dan bediend om de uitlaat in de afvoerleiding te openen, waardoor het condensaat wordt afgevoerd. De klep sluit zodra de sensor detecteert dat de afvoerbak bijna leeg is. Een condensaatafvoer met timer werkt volgens hetzelfde principe, maar in plaats van een sensor heeft hij een timer voor het openen en sluiten. Lees ons artikel over condensaataftapkranen voor meer productinformatie.

Inhoudsopgave

Basisprincipes van installatie

De juiste installatie van de condensaataftap verbetert de werking van het persluchtsysteem. Daarom zijn de basisrichtlijnen die in acht moeten worden genomen:

  • Zorg ervoor dat de maximale bedrijfsdruk binnen de specificaties ligt.
  • De klep moet rechtop worden geïnstalleerd, zonder te kantelen.
  • De afvoerleiding moet stevig worden bevestigd om drukverlies in de leiding te voorkomen.

Installatie afvoerleiding

De afvoerleiding moet onder het laagste verzamelpunt in het persluchtsysteem worden geïnstalleerd voor een efficiënte afvoer en om ophoping van condensaat te voorkomen. Figuur 2 toont de interpretatie van een onnauwkeurige (links) en nauwkeurige (rechts) manier om de afvoerleiding te installeren. Deze installatie maakt gebruik van een luchtvereffeningsleiding, maar dit is alleen nodig in bepaalde toepassingen.

Afbeelding 2: Onnauwkeurige (links) en nauwkeurige (rechts) manier om de afvoerleiding te installeren. Installatiehoogte voor een condensaatafvoer is op het laagste punt in het systeem

Figuur 2: Onnauwkeurige (links) en nauwkeurige (rechts) manier om de afvoerleiding te installeren. De installatiehoogte voor een condensaatafvoer is op het laagste punt in het systeem.

Helling

Installeren op een neerwaartse helling

De afvoerleiding moet zodanig worden geïnstalleerd dat deze een ononderbroken neerwaartse helling heeft voor een goede afvoer, zoals getoond in Figuur 3.

Afbeelding 3: Verkeerde (links) en juiste (rechts) hellingen voor drainage. De installatie van afvoerleidingen moet een neerwaartse helling hebben.

Figuur 3: Verkeerde (links) en juiste (rechts) hellingen voor drainage. De installatie van afvoerleidingen moet een neerwaartse helling hebben.

Waterzak

Waterzakken moeten zoveel mogelijk vermeden worden bij het installeren van een toevoerleiding. Figuur 4 toont een voorbeeld van een waterzak.

Figuur 4: Installatie van afvoerleiding om waterzak te voorkomen

Figuur 4: Installatie van afvoerleiding om waterzak te voorkomen

Vermijd een opwaartse helling en waterzak als de drukslang rechtstreeks als inlaat wordt geïnstalleerd. Als de helling van de afvoerleiding niet voldoende is vanwege de hoge mate van condensatie, moet een ventilatieleiding worden toegevoegd.

Afbeelding 5: De drukleiding rechtstreeks als inlaat installeren

Figuur 5: De drukleiding rechtstreeks als inlaat installeren

Druk

De condensaatleiding moet het condensaat goed kunnen afvoeren met de werkdruk van het systeem. Bij meer dan één bron moet het condensaat voor elke bron apart worden afgetapt.

Afbeelding 6: Condensaatafvoer voor meer dan één bron

Figuur 6: Bij meerdere bronnen moet het condensaat voor elke bron apart worden afgetapt.

Installatietang

Het is belangrijk om de handleiding van je specifieke product te raadplegen voor de juiste informatie over elektrische bedrading. Alle relevante nationale en internationale veiligheidsvoorschriften en codes (zoals IEC 60364) moeten worden opgevolgd tijdens de elektrische installatie en moeten worden uitgevoerd door gekwalificeerd personeel.

  • Raadpleeg het aansluitschema in de handleiding voor het installeren van de kabels en draden.
  • De voeding van het systeem moet worden uitgeschakeld voor installatie of onderhoud.
  • Controleer voor de voedingsvereisten of de ingangsspanning binnen de toegestane limiet ligt.
  • Als de spanning wordt gedragen door potentiaalvrij contact, is er een toegankelijke afscheider zoals een stekker of schakelaar in de buurt nodig om de elektrische stroom uit te schakelen.
  • De klem voor het potentiaalvrije contact en de externe test moeten worden toegewezen en aangesloten volgens de installatierichtlijn.

Besturingseenheid

Afbeelding 7: Installatie regeleenheid: Besturingseenheid (A), haak (B), sensor (C), contactveren (D), afdichtmat (E) en service-eenheid (F)

Figuur 7: Installatie besturingseenheid: Besturingseenheid (A), haak (B), sensor (C), contactveren (D), afdichtmat (E) en service-eenheid (F)

Elektronische niveaugeregelde condensaatafvoeren hebben regelunits. Daarin zijn de besturingselementen en sensoren ondergebracht. De service-eenheid bevat alle slijtageonderdelen voor de condensaatafvoer. Daarom kunnen deze twee eenheden worden gescheiden als er onderhoud, reparaties of vervangingen nodig zijn. Zorg ervoor dat het systeem wordt uitgeschakeld om onderhouds- en installatiewerkzaamheden uit te voeren wanneer de besturingseenheid wordt geopend. Hieronder volgen enkele basisstappen voor de installatie van de besturingseenheid:

  • Als u een nieuwe service-eenheid aanschaft, controleer dan of deze compatibel is met de besturingseenheid.
  • Inspecteer de units op onzuiverheden, vooral de afdichtingsmat en contactveren.
  • Plaats de sensor op de juiste manier in de service-eenheid. De pijl aan de rechterkant geeft het lokatiepunt op de besturingseenheid aan.
  • Bevestig de besturingseenheid en de service-eenheid weer aan elkaar. De pijl links geeft het montagepunt aan.